Goudplevier, Kemphaan en Rosse Grutto

De eeuwenoude ambachtelijke vangtechniek bij het vangen en ringen van goudplevieren en de spanning die daarmee samenhangt boeiden Joop Jukema in hoge mate. Het “Wilsterflappen” (vangen van goudplevieren) werd al vanaf de 17de eeuw beoefend en is een vorm van een jachtmethode waarbij met een specifiek groot slagnet versterkt met lokvogels goudplevieren werden gevangen. Deze eeuwenoude jacht heeft tot 1978 gediend als geldelijke bijdrage, vooral voor losse werknemers in de winterperiode. Daarna heeft de vangmethode een grote bijdrage geleverd aan wetenschappelijk ringonderzoek. Deze authentieke, traditionele vangmethode heeft een lange culturele en historische geschiedenis met name voor de provincie Friesland. Geïnteresseerden lezen er meer over in het boek “Goudplevieren en Wilsterflappers” van Joop Jukema, Theunis Piersma, Jan B. Hulscher e.a. (ISBN 90 5011 147 5).

 Foto: Durk Posthumes, Joop Jukema en Yvon Verkuil tijdens veldonderzoek.

 

Zijn intense betrokkenheid bij en fascinatie voor de ornithologie en biologie leidden ertoe dat Joop Jukema de vangmethode en het ringonderzoek voor de goudplevier ook bij andere steltlopers ging toepassen: de rosse grutto en de kemphaan. Deze beide soorten maken namelijk tijdens de doortrek gebruik van dezelfde graslandpolders, zodat deze combinatie een voor de hand liggende bleek. Inspiratie voor deze combinatie kwam ook van Gerard Boere die vanaf 1970 promotieonderzoek verrichtte naar steltlopers op het wad bij Vlieland en daarmee nieuwe facetten aanreikte voor wetenschappelijk onderzoek naar gewichten, afmetingen en rui en daarmee aanwijzingen vond voor de geografische herkomst van de steltlopers.

 

Jan Hulscher van de Rijksuniversiteit Groningen stimuleerde Joop Jukema de opgedane kennis en resultaten te publiceren en het onderzoek te beperken tot enkele vogelsoorten, dit werden de goudplevier, rosse grutto en kemphaan. In de jaren 1980 werden contacten gelegd en afspraken gemaakt met de Nederlandse bioloog Theunis Piersma voor een nauwere samenwerking. Vanaf dat moment werden door Joop Jukema grote databestanden, hypothesen en conclusies aan Theunis Piersma voorgelegd, die deze vervolgens analyseerde en verwerkte tot gezamenlijke wetenschappelijke publicaties.

     

 

 

Joop Jukema en Theunis Piersma in Taymyr

Nu bij kemphanen en rosse grutto's dezelfde vang- en ringmethode werd toegepast als bij goudplevieren, konden ook voor deze vogelsoorten belangrijke wetenschappelijke stappen worden gezet. De verzamelde data werden aangevuld met data van zo’n 10 tot 15 leden van de Wilsterwerkgroep (ofwel ‘Goudplevierwerkgroep’, afgeleid van ‘wilsterflappers’ zoals de vangers en ringers van goudplevieren worden genoemd in Friesland). Deze data in combinatie met kleurringonderzoek vormde de aanzet voor promotieonderzoek van Yvon Verkuil , Sjoerd Duijns en Lucie Schmaltz. De constatering en vraagstelling van Joop Jukema hoe kievitsvrouwtjes tijdens de eileg een kleurverandering ondergaan, bekend als “feale jok”(vale kievitsvrouwtje), leidde tot een studieproject voor promotieonderzoek van Jeroen Reneerkens.

Jeroen Reneerkens                                                                   Lucie Schmalz                                                                             Sjoerd en Jacintha Duijns